Digitalisering stond tot vandaag hoofdzakelijk in het teken van connectie: informatiestromen verbinden, data centraliseren en verschillende departementen met elkaar koppelen. Het verzamelen van data blijkt enkel relevant te zijn, als die vervolgens gebruikt worden om de processen te verbeteren. En daarvoor is verbinding cruciaal. Gevraagd naar welke richting digitalisering in de komende jaren uitgaat, valt te horen dat nog méér connectie voorop staat.

Maar wat leveren die data nu concreet op? De tweede horde die maakbedrijven nemen, is die data op een overzichtelijke en efficiënte manier aan de medewerkers presenteren.  

Guy De Winne (ST Engineering): “De voorbije jaren verzamelden we heel wat data, maar die zat verspreid over verschillende databases, zowel vanuit de productie en machines als uit de ondersteunende diensten. We wilden ervoor zorgen dat alle informatie gecentraliseerd werd in één datacube met verschillende views. Zodat elke medewerker vlot de juiste informatie voor zijn functie uit die centrale database kan halen.” 

Voor Lavetan was de verhuis naar een nieuwe, ruimere locatie het startsein voor de digitale transformatie.

Jan Robrechts: “We tekenden één geautomatiseerde waardeketen uit, vanaf het vertrek van het staal bij de klant tot en met de factuur. In onze waardeketen triggert het einde van een procesfase automatisch de daaropvolgende. De intelligentie zit dus versleuteld in het systeem in plaats van in de hoofden van de medewerkers. Die waren immers steeds moeilijker te vinden.

“Onze groei stokte door de schaarste aan labotechnische profielen op de arbeidsmarkt. Maar versleutel je die knowhow zoveel mogelijk in je systemen en processen, dan breek je die talentvijver open. Vandaag heeft ongeveer de helft van onze medewerkers geen labotechnische achtergrond meer nodig.”

Maar het bleef niet bij procesautomatisering alleen. Zo’n vijf jaar geleden startte Lavetan met robotisering, vooral om 24/7 businesscontinuïteit te garanderen. Jan Robrechts: “En sinds een tweetal jaar zitten we in de zogeheten ‘intelligente transformatiefase’. Niet harder, maar vooral nog slimmer werken is nu het motto.”

Ook bij Duracell liggen plannen op tafel om de connectiviteit over de fabrieksmuren heen te tillen. Jan Casteels: “We gaan ons platform uitbreiden om ook met klanten en leveranciers informatie uit te wisselen. Op die manier zouden we niet enkel binnen de fabriek geconnecteerd zijn, maar in de hele bevoorradingsketen.

Dat begint bij een vertrouwensrelatie”, vertelt Jan Casteels. “We zijn constant op zoek naar innovatiepartners die onze visie delen en mee in ons traject willen stappen. Vandaag vertrekken te veel dienstverleners van het standpunt dat ze problemen bij klanten moeten oplossen. Wij hebben nood aan partners die zélf innovaties pushen en ons laten zien wat mogelijk is.”

De volgende stap? Een volledig geconnecteerde bevoorradingsketen, waar zowel klanten als leveranciers in één ecosysteem data uitwisselen en in real time in verbinding staan. Daarvoor is een cultuurwijziging nodig. Enkel met volledige transparantie en wederzijds vertrouwen kunnen bedrijven in zo’n geconnecteerde bevoorradingsketen stappen.

Pepijn Verhaeghe (Vandemoortele): “ik hoop dat we over pakweg vijf jaar in staat zijn om datagedreven samen te werken met leveranciers, b2b-klanten en alle andere betrokken partijen in ons ecosysteem. Want de toekomst zit in een slimme supplychain, niet in slimme schakels die los van elkaar opereren.”

Guy De Winne (ST Engineering) bevestigt dat die mentaliteitswijziging hoognodig is: “Niet de technologie, maar de mentaliteit, is de grootste drempel naar een geconnecteerde toekomst”, aldus Guy De Winne. “Wanneer er vandaag een fout optreedt, hebben mensen nogal snel de neiging om met de vinger te wijzen. Als we naar een volledig geconnecteerde keten willen, moeten we een cultuur van transparantie installeren.”

Om niet alleen machines met elkaar te laten communiceren, maar ook data intern én extern uit te wisselen, is een betrouwbaar en snel netwerk noodzakelijk.

Francis Duvivier: “Daar kan Proximus als partner een belangrijke rol spelen. Vandaag doen we dat vooral met een goede internet- en telefonieverbinding, en in enkele gevallen ook met cloudinfrastructuur. Nu is het uitkijken naar 5G, een echte gamechanger voor de industrie. Zo biedt 5G een veel snellere verbinding én een snellere reactietijd, verhoogde betrouwbaarheid en mogelijkheden om veel meer toestellen met elkaar te verbinden. Uit de getuigenissen van de Factories of the Future blijkt ook dat die vraag naar connectiviteit groot is.”

Geert Jacobs: “Die snellere reactietijden en toegenomen betrouwbaarheid laat fabrieken van de toekomst toe om nog meer machines te connecteren. Zo kan je met een 5G-netwerk draadloos robots, cobots en andere machines aansturen. Veel bedrijven kijken uit naar een ecosysteem met leveranciers, klanten en partners. Daar kan een telecomoperator als Proximus een grote rol in spelen. Met hun ervaring in connectiviteit en dataverwerking kan het voor bedrijven heel nuttig zijn om over de grenzen van hun sector heen te kijken en van elkaar te leren. We zien een duidelijke beweging van spelers zoals Proximus richting de maakindustrie. Dergelijke initiatieven kunnen in de toekomst als hefboom dienen om een echt ecosysteem op te zetten.”

Proximus helpt u bij uw digitale transformatie. Ontdek het aanbod.
Zelf een Factory of the Future worden? Ontdek alle informatie en online cursussen bij Agoria.